CKV 4 werkboek
Deel 2 ART BASED LEARNING
De leerling maakt kennis met
- een artistiek proces of aspecten daarvan.
- De leerling maakt gebruik van: voor dit proces geschikte werkwijzen, in de vorm van een beschouwend onderzoek (CLOSE READING) EN een praktische opdracht uit Kunst uit het Vuistje: Autonoom en toegepast:
Raar maar waar/Chindogu)
- De voor dit proces vereiste creërende en analytische vaardigheden
- Diverse bronnen in verschillende media
- Zijn culturele omgeving
NIEUW: leerlingen ontwikkelen een artistiek-creatief vermogen via maak- en denk strategieën
- Unieke benadering
- Onherhaalbare uitkomsten
- Story telling
Inhoud:
- Stel een persoonlijke vraag
- Verzamel inspiratiebronnen, in deze periode een
(buiten) kunstwerk uit de stad Maastricht
- Start met Art Based Learning (ABL)
- Oefenen met A denken aan de hand van de korte filmpjes van Esther van de Pas, die haar eigen artistiek proces uitlegt
- Maak een werk zie opdracht KuhV Chindogu
- Presenteer je werk
- Reflecteer op je persoonlijke vraag
- Reflecteer op je stappen in het A denken
- Doel: ontwikkelen van creativiteit
- Resultaat: ABL brengt een persoonlijke verbinding met een kunstwerk tot stand door middel van de verbeelding
Kunstwandeling “Where art you”
- Je wordt gekozen door een van de kunstwerken die je ziet tijdens de wandeling
Art based learning is een relatief nieuwe vorm die in het onderzoeksproces gebruik maakt van de attitude en werkwijze van kunstenaars en ontwerpers. Dit houdt simpel gesteld in dat onderzoekers beeldend en associatief werken en een open attitude hebben die mogelijk maakt dat iets hen in het oog springt dat een ander wellicht ontgaat. Bron: https://www.scienceguide.nl/2017/06/de-relevantie-van-artistiek-onderzoek/
Voorbeeld van een artistiek onderzoek, gedaan door Frederik Aerts:
Zijn persoonlijke vraag was: Is het mogelijk om mensen van buitenaf dezelfde soort gevoelens te laten ervaren die men op raves kan ervaren? Bron: https://frederikaerts.cargo.site/Artistiek-Onderzoek
Het uiteindelijke doel van Art Based Learning is: een creatieve daad stellen, vormgeven van creatieve ideeën. Dit vormgeven gaat hand in hand met artistiek onderzoek. We zoomen daarom in op vijf aspecten van een artistiek denkproces:
- abductief denken: werken met vermoedens
- aleatorisch denken: werken met toeval
- allegorisch denken: werken met beelden
- associatief denken: werken met verbindingen
- affirmatief denken: werken met positieve bevestigingen
Abductief denken (DENKEN IN vermoedens) AUTONOMIE ASSUMPTIE ABDUCTIE |
- AUTONOMIE: STELLEN VAN AUTHENTIEKE VRAGEN
hulp |
ANYWHERE GUIDE VOORBEELD KAART: FIND SOMETHING YOU DON’T UNDERSTAND.
EMBRACE IT.
OF
IMAGINE AN EXHIBITION AS A JOURNEY. FIGURE OUT WHERE IT LEADS YOU
hulp |
- ASSUMPTIE: UITSTELLEN VAN ONGELOOF
WAT ALS JE VAN EEN ANDERE PLANEET KOMT, 20 DUNNE VINGERS HEBT AAN BEIDE HANDEN (DIE ALLES KUNNEN) EN NIET ONZE TAAL SPREEKT, HOE ZOU JE DAN(….)
hulp |
- ABDUCTIE: SPECULEREN (ERGENS NAAR UIT KIJKEN)
THE EMPATHY GAME: VOORBEELD DE IMAGINE KAART: IF YOU COULD HEAR THE THOUGHTS OF PEOPLE AROUND YOU, WHAT WOULD YOU DO?
OF
WHAT WOULD YOU DO IF YOU COULD HANG OUT WITH A PERSON FROM THE MIDDLE AGES?
STEL EEN PERSOONLIJKE VRAAG EN LAAT JE KIEZEN DOOR EEN KUNSTWERK
Voordat je start met de nieuwe periode laat je een persoonlijke vraag in je opkomen, waar je graag een antwoord op zou willen hebben. Een vraag die met jouw persoonlijk leven, met je menszijn of met de wereld te maken heeft. Hoe dieper de vraag, hoe meer je uit deze Art Based Learning ervaring zal halen. Noteer deze vraag meteen in het vak hieronder.
Mijn persoonlijke vraag: Could i be content with a normal boring life? |
Laat je kiezen door een kunstwerk. Je komt verschillende kunstwerken tegen. Laat het op je inwerken. Je zal merken dat je aandacht naar 1 specifiek werk getrokken zal worden. Dit hoeft niet persé een kunstwerk te zijn dat je mooi vindt. Het kunstwerk heeft jou gekozen! Met dit kunstwerk ga je aan de slag. Noteer waarom je werd gekozen door dit werk:
Waarom ik werd gekozen door dit werk:
Volgens mij heeft het plaatje fragmenten van herinnering opgehaald. Het is direct naast de universiteit. Toen ik klein was nam mijn moeder me soms mee naar haar werk in de universiteit.
Maak een foto van dit werk en plak dit in dit document:
LAAT HET WERK TOT JE SPREKEN (CLOSE READING)
Je gaat nu het kunstwerk dat jou heeft gekozen heel uitvoerig bekijken. Laat het kunstwerk diep op je inwerken, wees één en al oog. Noteer alles wat je ziet: kleuren, texturen, patronen, de compositie in zijn geheel én alle details. We noemen dit ‘close reading’.
- Maak notities, schetsen en foto’s. Laat het kunstwerk zijn verhaal vertellen, jij legt alleen maar vast:
Notities:
Beschrijving 1: Een hamer slaat op iemands adamsappel.
Beschrijving 2: De hamer wordt niet door een specifieke persoon geslagen. De man ziet er saai uit hij heeft een bruine suit aan en hij heeft zwart kort gesneden haar. Hij is caucasian en hij heeft bruine ogen. Hij kijkt naar boven en zijn ogen staan moe en verveeld. Het is direct naast de universiteit en is getekend op een muur van een huis.
Schetsen/foto’s:
Huiswerk: |
Maak een analyse van het gekozen werk , gebruik de vragen die hier volgen in de kijkwijzer:
Kijkwijzer Beeldende kunst
Vraag 1 Wat zie je: is het werk figuratief of abstract?
figuratief: beschrijf de voorstelling
geabstraheerd: beschrijf de voorstelling en wijze van abstractie
abstract: beschrijf wat je ziet
Vraag 2 Wat zie je: welke beeldaspecten vallen op? (Kies één of meer opties)
kleurgebruik
(suggestie van) ruimte en/of plasticiteit
verwerking licht
compositie
(suggestie van) beweging
afmeting en/of kader
Vraag 3 Wat zie je: wordt je aandacht getrokken naar een bepaald punt?
aandacht richt zich op één punt: hoe en waardoor?
aandacht wordt niet naar een bepaald punt getrokken
er is sprake van een alles omvattende compositie
Vraag 4 Wat zie je: is de ruimte of omgeving waarin het werk is te zien van belang?
werk verbonden met omgeving: omschrijf relatie werk/omgeving
(reproductie) niet te beoordelen
omgeving speelt geen rol
Vraag 5 Werkwijze: hoe heeft de kunstenaar zijn technieken en materialen gebruikt?
op een ongebruikelijke manier: beschrijf het uitzonderlijke karakter
expressief materiaalgebruik: omschrijf de werkwijze
materiaalgebruik zonder persoonlijke expressie
Vraag 6 Werkwijze: welke rol speelt de waarneming van werkelijkheid bij de kunstenaar?
waarneming staat centraal: omschrijf de zienswijze
naast waarneming ook fantasie: wat is niet gezien, maar bedacht?
alleen maar fantasie of abstract
Vraag 7 Inhoud: levert de titel een aanwijzing op voor de interpretatie van het werk?
zonder titel (of onbekend)
titel verklaart werk
titel voegt iets toe: wat voegt de titel toe?
Vraag 8 Inhoud: verwijst het werk naar bekende verhalen (bijbel, mythologie, etc.)?
(getrouwe) illustratie verhaal: welk (soort) verhaal?
(eigen) interpretatie verhaal: welke interpretatie, welk verhaal?
inhoud staat los van bekende verhalen, vertelt eigen verhaal
Vraag 9 Betekenis: wat is de betekenis van het werk? (Kies één of meer opties)
zichtbare werkelijkheid is onderwerp
maatschappelijke werkelijkheid is onderwerp
(privé-leven) kunstenaar is onderwerp
werk bedoeld als provocatie
werk bedoeld als decoratie
werk roept op tot concentratie en/of meditatie
werk roept op tot (eigen) interpretatie
werk bedoeld als illustratie
werk roept emotie op
Toelichting vragen kijkwijzer Beeldende Kunst
Vraag 1 Wat zie je: is het werk figuratief of abstract?
Een kunstwerk waarin de voorstelling herkenbaar is noemen we figuratief. Het is logisch dat in dat geval de voorstelling ons op weg helpt naar de betekenis van het werk. In een abstract werk bedenkt de kunstenaar eigen vormen en eigen kleuren.
Vraag 2 Wat zie je: welke beeldaspecten vallen op?
In het schema staan zes beeldaspecten die een rol kunnen spelen in de vormgeving van het werk. Kies uit deze zes een of meer aspecten die in dit werk opvallen.
Vraag 3 Wat zie je: wordt je aandacht getrokken naar een bepaald punt?
Vaak helpt het stil te staan bij zaken die het eerst opvallen. Hoe heeft de kunstenaar dat bereikt en waarom wil hij dat onderdeel van zijn werk accentueren? Bij patroonachtige schilderijen, waar naar geen enkele plek aandacht wordt getrokken, spreek je van een ‚overallcompositie‘.
Vraag 4 Wat zie je: is de ruimte of omgeving waarin het werk is te zien van belang?
Vaak speelt de ruimte waarin het werk te zien of geëxposeerd is een rol in de betekenis van het kunstwerk. Dit geldt zeker voor kunstwerken die voor een bepaalde ruimte ‑ al dan niet in opdracht ‑ gemaakt zijn. De expositiewijze en de combinatie van kunstwerken die daardoor ontstaat, beïnvloedt ook de betekenis. Een sokkel of een lijst stimuleert de concentratie op het werk, geïsoleerd van zijn omgeving.
Vraag 5 Werkwijze: hoe heeft de kunstenaar zijn technieken en materialen gebruikt?
Elk materiaal heeft specifieke eigenschappen. Bij expressief materiaalgebruik blijven die eigenschappen zichtbaar, evenals sporen van de manier waarop de kunstenaar heeft gewerkt. Een dergelijke werkwijze speelt een rol in de uiteindelijke betekenis van het kunstwerk. Een kunstenaar kan ook nastreven om de materiaaleigenschappen en het ‚handschrift‘ onzichtbaar te maken. Het kunstwerk krijgt dan een minder persoonlijk, objectiever karakter. Noem in het verslag het gebruikte materiaal.
Vraag 6 Werkwijze: welke rol speelt de waarneming van de werkelijkheid bij de kunstenaar?
Goed kijken en tekenen wat je ziet heet ‚tekenen naar de waarneming‘. Tot in de negentiende eeuw werd tekenen naar de waarneming gezien als voorstudie voor het echte grote werk. De impressionisten maken het kijken tot het enige onderwerp. In deze eeuw is er vaak geen verband meer tussen wat de kunstenaar gezien heeft en wat het kunstwerk ons laat zien.
Vraag 7 Inhoud: levert de titel een aanwijzing voor de interpretatie?
De titel helpt ons vaak op weg naar de betekenis van een kunstwerk. De titel kan verwijzen naar de voorstelling of het verhaal achter de voorstelling. Een titel kan het werk verklaren, maar kan ook vragen oproepen. De surrealisten gebruiken bewust vreemde titels om onze fantasie te prikkelen. Met een titel als ‚compositie‘ bereikt de kunstenaar juist het tegendeel.
Vraag 8 Inhoud: verwijst het werk naar bekende verhalen?
Eeuwenlang hebben kunstenaars verhalen verbeeld uit de Bijbel, mythologie, historie of literatuur. Soms wordt daarbij gebruik gemaakt van meer of minder bekende symboliek. Om de betekenis van zo’n werk te achterhalen moet je iets weten van het verhaal of van de symbolen. In de kunst vanaf ca. 1850 speelt de eigen interpretatie van de kunstenaar op het verhaal een grotere rol dan een getrouwe weergave (illustratie) van het verhaal.
Vraag 9 Betekenis: wat is de betekenis van het werk?
Werk bedoeld als illustratie. Belangrijkste doel is een verhaal of gebeurtenis goed weer te geven. De stellingname van de kunstenaar is ondergeschikt.
Werk bedoeld als provocatie. Niet zelden is het doel van moderne kunst het publiek flink wakker te schudden en discussie uit te lokken.
Werk bedoeld als decoratie. Kunst om van te genieten, om mooi te vinden zonder verdere bijbedoelingen.
Werk roept op tot (eigen) interpretatie. Het kunstwerk roept veel vragen op. Het publiek moet actief meedenken en een eigen betekenis geven aan het werk.
De overige categorieën spreken voor zich.
: en plak deze antwoorden hier in het document.
- Een hamer die iemands adamsappel naar beneden slaat.
- Het ziet eruit alsof de hamer de adamsappel met de een groot deel van de hals naar benden duwt.
- Het gezicht van de man hij ziet er niet bang uit ofzo maar gewoon een beetje moe en verveelt.
- Het is direct naast de universiteit dus het is waarschijnlijk voor studenten bedoelt. Ik denk dat het een waarschuwing is.
- Gewoon verf op een muur niks bijzonders.
- Wie slaat(figuratief) de hamer op de hals van de man. Wie representeert de man.
- Er is volgens mij geen titel ten miste ik kan niks vinden dat op een titel lijkt.
- –
- Ik denk dat het iets met informatie die ons gegeven wordt door de maatschappij of zoiets. Iets met niet je eigen mening kunnen vormen maar meten de mening van de andere aan nemen,
ALEATORISCH DENKEN: DENKEN IN TOEVAL ALLUSIE: ZINSPELEN ANTONIEM: OMDENKEN ALEATORIEK: IMPROVISEREN |
hulp |
ALEATORISCH DENKEN: DENKEN IN TOEVAL
ALLUSIE: ZINSPELEN
ANTONIEM: OMDENKEN
ALEATORIEK: IMPROVISEREN
THE SECRET OF THE HIGHLY CREATIVE THINKER, EXERCISE 20: ROLL AND WRITE
OF
THE FOUR CATEGORIES : ‘WHO, WHEN, WHERE AND WHAT’ARE THE KEY INGREDIENTS OF YOUR STORY. UNDER EACH CATEGORY , THESE ARE SIX ALTERNATIVES. ROLL A DICE TO DETERMINE WHICH ITEM UNDER EACH CATEGORY GOES INTO YOUR STORY. TRY NOT TO CHEAT. THEN WRITE THE STORY
OF “FIND AND PHOTOGRAPH ACCIDENTENTAL DRAWINGS-IMAGES MADE BY THE ACTION OF CAR-TYRES, FOOTPRINTS, CRACKS IN ROADS, PAVEMENTS, WALLS AND BUILDINGS”
huiswerk |
OF GEBRUIK STORY CUBES/VERHAALDOBBELSTENEN
STAP IN DE MOGELIJKE WERELD VAN KUNSTWERK (POSSIBLE WORLD). Nu mag je de fantasie de vrije loop laten. Stel je voor dat je het kunstwerk zou kunnen betreden. We noemen dit ‘the possible world’. Loop er daadwerkelijk in en laat je meenemen door wat je er aantreft. Is er wellicht geur, licht, beweging en geluid? Ervaar je het als een droom? Krijg je bijzondere gedachten, speciale herinneringen? Doet het je denken aan een boek, een muziekstuk, een gebouw, een….?
Noteer wat je meemaakt, in woorden en/of beelden. Alles wat in je opkomt is goed en van waarde.
Notities:
Alles voelt normaal net zoals in een droom. Een vrouw gaat rond en slaat met de hamer op de adamsappel. Ze zitten allemaal aan desks en werken aan de computer elk keer dat de vrouw bij iemand langs komt kijken ze naar boven en de vrouw slaat op hun adamsappel. Nee het lijkt meet of ze iets hun keel naar beneden duwt. Nu lijkt het minder op een vrouw en meer op een schaduw. Ik ruik papier, inkt en olijven. Ik denk de olijven ruik ik echt. Er is geen echte omgeving er is alleen een eindeloze rij bureaus. De mensen die eraan zitten zien allemaal gelijk uit. Nee ze hebben dezelfde kleren aan en hetzelfde haar maar het zijn andere mensen. Ze doen allemaal hetzelfde met dode ogen en grijze huid. Eerlijk gezegd word ik er bang van.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Schetsen/foto’s
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… |
allegorisch denken (werken met beelden) analogie allegorie associatie |
Week 2.6
hulp |
ANALOGIE: DENKEN IN SAMENHANGEN EN OVEREENKOMSTEN, kunstenaars vervangen elementen uit de bestaande wereld door andere uit een nieuwe categorie
ALLEGORIE: VERVANGEN VAN ELEMENTEN DOOR ANDERE
Creative thinkers exercise book page 44-47, visual puns, exploring visual puns is fun and forces you to make new connections and think of multiple, unconventional meaning of words, sounds or thoughts. See if you can find a title for each of the illustrations based on a visual pun.
hulp |
ASSOCIATIE: INTUITIEF KOPPELINGEN MAKEN, kunstenaars maken intuïtieve koppelingen tussen ogenschijnlijk onsamenhangende elementen uit de werkelijkheid
How to have great ideas: Be a storyteller (page 157-159)
Invent and tell stories based on 6 random colour pictures torn from glossy magazines. Select 6 full page-images- use images without tekst and from a range of subjects, such as travel, fashion, sport, wildlife, portraiture and news. Pin the pictures tot he wall in a horizontal row, in any order. Make upo and tell short stories based on things suggested by the images and their sequence. Use the same images to tell three different stories: 1. A drama , 2. A love story and 3. A ghost story.
huiswerk |
Bekijk je verhaal en pas nu het A denken toe; analogie, allegorie en associatie veranderen nu jouw “possible world”
Week 2.7-3.1
affirmatief denken (werken met positieve bevestigingen) Assemblage: Affirmatie Autobiografie |
affirmatief denken (werken met positieve bevestigingen).
Kunstenaars construeren een nieuw, uniek geheel met elementen die op verschillende manieren te koppelen zijn:
Assemblage: aan elkaar koppelen van verschillende onderdelen; kunstenaars werken vanuit een positieve flow en beschouwen ‘mislukkingen’ als onmisbare stappen in het proces van constructie
Affirmatie: positief en constructief denken
Autobiografie: integreren tot een uniek, individueel geheel
Blik terug op je kunstwerk. Stap weer uit je verhaal en overdenk waar je verhaal jou gebracht heeft. Beantwoord daarna de volgende vragen:
- Waar was ik, wie was ik, wat dacht ik en voelde ik, welke nieuwe inzichten, ideeën leverde het me op? Volgens mij heb ik een best well levendige verbeelding. Ik had echt het gevoel dat ik daar was en het was echt angstaanjagend.
- Wat was je persoonlijke vraag: Could i be content with a normal boring life?
- Gaf het proces misschien antwoord op mijn persoonlijke vraag? Ja, het antword is nee volgens mij is dat mijn diepste angst.
- Hoe heb je onderzocht hoe je jouw vraag artistiek vorm zou kunnen gaan geven? Het ging gewoon per ongeluk mijn fantasie ging er gewoon vanzelf naartoe.
- Wat waren voor jou de belangrijkste inspiratiebronnen? Geen
- Welke vormen van A-denken heeft de kunstenaar van het kunstwerk volgens jou toegepast?
- Welke vormen van A-denken (creatief denken) kun je aanwijzen in je eigen proces?
- Waren de filmpjes van Esther van de Pas helder en bruikbaar? Zo ja, kun je misschien aangeven waar je iets aan had en wat je ook hebt toegepast?
Oppervlakkig 4/5 | Betrokken 6/7 | Geïnspireerd 8/9 | Excellent 10 | |
Inhoud van het kunstwerk | Er ontbreekt (elke vorm van) betekenis en samenhang in het eindproduct | Het eindproduct laat enige/voldoende betekenis en samenhang zien, maar is clichématig | Het eindproduct laat (heel) duidelijk een eigen betekenis en samenhang zien | Het eindproduct laat op een eigenzinnige manier betekenis en samenhang zien en is origineel |
Afwerking van het kunstwerk | Het geheel heeft geen kwaliteit | Het geheel heeft enige/voldoende kwaliteit | Het geheel heeft (heel) veel kwaliteit | Het geheel heeft een zeer hoge kwaliteit |
Reflectie op het proces | Er is niet of nauwelijks uitgelegd hoe de vraag artistiek is vormgegeven | Er wordt voldoende uitgelegd hoe de vraag artistiek is vormgegeven | Er wordt heel duidelijk uitgelegd hoe de vraag artistiek is vormgegeven | Er wordt kristalhelder uitgelegd hoe de vraag artistiek is vormgegeven |
Creatief denken | Er kan totaal geen aspect van creatief denken door de maker worden aangewezen | Er wordt enigszins/voldoende aspecten van creatief denken door de maker aangewezen | Er wordt heel duidelijk aspecten van creatief denken door de maker aangewezen | Er wordt kristalhelder aspecten van creatief denken door de maker aangewezen. De maker kan dit met valide argumenten onderbouwen |
Eindbeoordeling ABL voor de docent:
Beoordeling werkboek: